Demissionair staatssecretaris Koen Becking (VVD) wil geen verplicht voldoende voor het vak Nederlands invoeren voor het behalen van een diploma in het voortgezet onderwijs. Hij maakte zijn standpunt bekend in een brief aan de Tweede Kamer, waarmee hij reageert op een eerder pleidooi van de Onderwijsinspectie.
Becking vreest dat een verplicht voldoende juist ten koste kan gaan van de bredere taalontwikkeling van leerlingen. Volgens de staatssecretaris kan zo'n verplichting de nadruk leggen op het halen van een cijfer, in plaats van op het daadwerkelijk verbeteren van taalvaardigheden.
Eerdere oproep inspectie
In 2023 had directeur-generaal Alida Oppers van de Inspectie van het Onderwijs gepleit voor een verplicht voldoende voor Nederlands. Haar oproep leidde tot een motie van Kamerleden van de PVV, VVD en CDA die deze maatregel wilden doorvoeren.
Becking kiest nu voor een andere aanpak om het niveau van het Nederlands te verbeteren.
Alternatieve maatregelen
De staatssecretaris zet in op extra ondersteuning voor leerlingen met taalachterstand. Hij wil opvangklassen introduceren voor deze groep.
Daarnaast moet taalontwikkeling een grotere rol krijgen in andere vakken binnen het voortgezet onderwijs. Dit volgt het voorbeeld van het basisonderwijs, waar taal al in meerdere vakken is geïntegreerd.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).






