Hulpverleners die illegalen helpen, blijven mogelijk strafbaar. Dit waarschuwt de Raad van State in een kritisch advies over een wetsvoorstel van asielminister David van Weel (VVD). Het voorstel moest juist voorkomen dat hulpverlening aan mensen zonder verblijfsvergunning strafbaar wordt.
De Raad van State twijfelt aan de juridische onderbouwing. Het hoogste adviesorgaan vraagt het kabinet waarom medeplichtigheid wordt uitgesloten bij het helpen van illegalen. «Ook na het wijzigingsvoorstel om hulpverlening aan mensen in de illegaliteit uit te zonderen van strafbaarstelling, blijven hulpverleners mogelijk strafbaar», aldus de Raad van State. De regering moet dit beter uitleggen of het wetsvoorstel aanpassen.
Politieke discussie
Het voorstel ontstond uit een politiek compromis. De SGP eiste een wijziging als voorwaarde voor steun aan de asielwetten in de Senaat. De christelijke partij sprak van «barmhartigheid» die beschermd moet blijven. Het debat draaide vaak om het voorbeeld van «het uitdelen van een kop soep» aan illegalen.
Van Weel wilde met zijn aanpassing voorkomen dat vrijwilligers strafbaar worden. Maar de Raad van State wijst erop dat dit botst met «de systematiek van het strafrecht». Hulpverleners die weten dat iemand een inreisverbod heeft of ongewenst is verklaard, kunnen nog steeds vervolgd worden.
De criminalisering van illegaliteit stuitte op brede maatschappelijke kritiek. Burgerorganisaties, burgers en overheden uitten bezwaren tegen het plan. De Raad van State had het liefst gezien dat het hele voorstel geschrapt werd uit de asielwet.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).
